Psychologie in de kunst

Wat kunnen ‘normale’ mensen van kunstenaars leren?

Nee, het is geen cliché. Kunstenaars balanceren écht vaker op het randje van de gekte; precies daar waar je de meeste creatieve invallen krijgt. Wat kunnen ‘normale’ mensen daarvan leren?

Aan een creatief genie hoort een steekje los te zitten. Een kunstenaar draagt vreemde kleren, houdt er vreemde gewoonten op na en zijn huis is een rommeltje, vol schilderezels en lege drankflessen.

De Noorse schilder Edvard Munch voldeed prima aan dit cliché. Behalve geniaal kunstenaar was hij alcoholist, geobsedeerd door vrouwen, bij vlagen depressief en rusteloos, en monomaan in zijn scheppingsdrang: hij liet 1200 schilderijen en 4500 tekeningen na.

Het zat in de familie. Munch’ zus Johanne Sofie was schizofreen en zat in een gesticht. Vergeleken met haar was Munch betrekkelijk normaal. Hij had geen hallucinaties. Hij zag uitsluitend de reële wereld – maar dan wel heel intens. Toen hij steeds zwaarmoediger werd besloten zijn psychiaters hem elektroshocktherapie te geven. Daar knapte hij van op.

Munch had vermoedelijk een schizotypische persoonlijkheid: een heel milde vorm van schizofrenie. En hij is lang niet de enige kunstenaar. Neem de Amerikaanse schilder Jackson Pollock, die net als Munch een rusteloze levenswandel vol alcohol en liefdesleed kende. Hij reed zichzelf dood.

Dat schizotypie wijd verbreid is in kunstenaarskringen, is inmiddels ook wetenschappelijk vastgesteld. Lees verder op https://www.psychologiemagazine.nl/artikel/kunnen-normale-mensen-kunstenaars-leren/

Leave a Reply